Maak eerst het deeg. Meng hiervoor de bloem met het water en het zout tot een samenhangend, elastisch deeg. Kneed een paar minuten tot je er aan kan trekken zonder dat er gaten in vallen. Rol het deeg met je handen tot een staaf. Pak deze in folie in, en laat 30 minuten rusten bij kamertemperatuur. Haal de staaf hierna uit de folie, en snijd in stukjes van ca. 15 gram die je tot bolletjes draait. Leg een stuk plasticfolie op de aanrecht, en leg de bolletjes hierop met voldoende tussenruimte. Druk de bolletjes plat en dek ze af met een laag folie. Rol uit tot velletjes van zo’n 8 cm doorsnede. 

Wel de shiitake ongeveer 10 minuten in koud water. Hak de koolbladeren grof en meng met een theelepel zout. Doe in een grote kom en laat 10 minuten rusten. Knijp vervolgens het vocht eruit (gooi dit weg) en hak de kool met een groot mes in kleine stukjes. 

Snipper de rode ui fijn, rasp de gember en pers de knoflook. Doe dit samen met de overige ingrediënten voor de vulling bij het koolmengsel en meng goed.

Zet een kommetje water klaar. Leg een gyozavelletje in je hand en schep in het midden een eetlepel vulling. Maak de rand van het velletje vochtig met wat water. Bal je hand voorzichtig tot een vuist, beginnend bij je wijsvinger, zodat de gyoza dubbelvouwt. 

Vouw de bovenkant van het deegrondje steeds dubbel, zodat een mooi zigzagpatroon ontstaat. Lastig? Dan kun je ook met de tanden van een vork de randjes decoreren. 

Herhaal tot de vulling op is. Meng alle ingrediënten voor de saus en zet in de koelkast.

Verhit de kokosolie in een grote koekenpan. Bak de gyoza op matig heet vuur tot beide zijden mooi goudbruin zijn. Schenk het water bij de gyoza, doe een deksel op de pan en laat 5-10  minuten op matig vuur garen. Haal het deksel eraf en bak om en om tot al het water verdampt is en de gyoza glanzend en krokant. 

Serveer de gyoza met deze heerlijke Japanse dipsaus!